Zeehondje Wammes

Een inzameling voor de zeehondenopvang

Zeehondje Binkie BE446

maandag 12 september 2016 16:26

Mag ik me even voorstellen!

Ik ben zeehondje Binkie. Van alle toe nu toe door Sanna geadopteerde zeehondjes ben ik het langste bij de mensen geweest. Net als Wammes ben ik geboren in de Noordzee. Ik ben al vroeg mijn mama kwijt geraakt. 


Ik ben in Zeebrugge gevonden op 25 juli 2016, 

geadopteerd op 12 september 2016

en vrijgelaten op 24 december 2016.


Binkie met vis



Ik was pas vier weekjes oud toen men mij vond op het strand van Zeebrugge. Ik voelde me heel ziek en was mager, maar het was niet gelijk duidelijk wat ik precies mankeerde. Ik zag er nog redelijk goed uit maar had wel hoge koorts en daarom werd ik meteen opgenomen in het zeehondenziekenhuis van Sea Life Blankenberge. Ik werd steeds zieker en zieker. Gelukkig had ik wel eerste klas verzorging, een rustige kamer met een heerlijke warmtelamp en lieve verzorgers die er voor zorgden dat ik voldoende vocht en voeding binnen kreeg. Zonder hun hulp had ik het toen al niet gered. 


Na verloop van tijd ontdekte men dat ik een zogenaamde resistente bacterie had opgelopen, dat is een vervelend ‘beestje’ dat zich door geen enkel medicijn van de wijs laat brengen. Het veroorzaakte vervelende abcessen in mijn hoofd, maakte mij doof en duizelig en viel daarna ook nog mijn ogen aan, eerst mijn linker en daarna nog harder mijn rechter oog. 


Gelukkig had ik zelf een heel sterk immuunsysteem maar zo’n agressieve aanvaller versla je niet zomaar. De dierenarts heeft zelfs getwijfeld of ik het wel zou redden maar mijn verzorgers gaven mij gelukkig niet op.


Bij mijn eerste bad bleek mijn evenwicht zo van slag dat ik nog meer tolde dan de was in de wasmachine. Nu weet ik zelf niet wat dat betekend maar ik hoorde het van de verzorgers en dat schijnt nogal erg te zijn. De dagen daarna hebben de verzorgers mij voorzichtig begeleid. Terwijl ze me goed vast hielden aan mijn vinnetjes mocht ik steeds een klein stukje dieper in het water. Zo leerde ik uiteindelijk toch weer zelf te zwemmen.


Inmiddels werd ik langzaam aan wat beter en kwam er goede hoop dat ik het toch zou redden. Toen verscheen er ineens een lief meisje voor mijn raam. Ze was er al vaker eventjes geweest maar nu bleef ze uren naar me kijken. Het schijnt dat ik haar verjaardagscadeautje was en dat zij mijn is adoptant. Dit had twee leuke voordelen. Zij kwam nu heel veel bij mij kijken en ze gaf mij een naam. Omdat zij en de verzorgers het zo knap van mij vonden dat ik het tot hier toe gered had kreeg ik een hele stoere naam. Vanaf toen was ik Binkie!!!


Mijn ene oog was inmiddels beter en daarmee kon ik goed zien maar mijn andere oog was nog erg ontstoken en nog erg rood. De dagen verstreken en langzaam aan knapte ik steeds verder op. Ik mocht verhuizen naar een grotere kamer met een groter zwembad en vermaakte mij er prima. Ik leerde langzaam zelf visjes te eten en groeide stevig door. Ook had ik er een lief vriendinnetje, Diva genaamd en we hadden het enorm naar ons zin. 


Tot op een dag ineens de hele wereld draaide. Ik wist niet meer wat onder of boven was en kreeg het erg benauwd in het water. Plots werd ik bij mijn staart gepakt en onderste boven uit het water getrokken. Langzaam liep het water uit mijn longen en kwam ik weer wat op adem maar het draaien ging door. Het blijkt dat er toch nog een abces in mijn hoofd zat en dat was gesprongen terwijl ik aan het zwemmen was. Gelukkig had een van de verzorgsters mij net op tijd uit het water gehaald. 


De dagen daarna ben ik weer erg ziek geweest. Het lieve meisje vertelde me later dat ze zelfs een kaarsje voor me had gebrand.  Twee dagen na de aanval had ik nog steeds weinig eetlust en men maakte zich grote zorgen om mij. Toen kwam ook dat meisje weer bij me kijken. Ik was heel blij haar weer terug te zien. Ze stond stil aan mijn quarantaine en straalde zoveel liefde uit dat ik me gelijk weer een stukje beter voelde. Toen zij het me vroeg heb ik toch weer een visje gegeten. En zowaar, dat hielp nog extra!


Gelukkig knapte ik weer op en hoewel ik weer terug was in de quarantaine verveelde ik me niet in mijn kleine bassin. Als er geen visjes waren om mee te spelen dan haalde ik het rooster uit het afvoerputje en had ik toch iets om te doen. Maar nog leuker was het als er bezoek was. Als ik dat door kreeg, want ik hoorde nog steeds niets en zag niet zo goed, dus dat kon even duren, dan maakte ik de gekste figuren in het water door ondersteboven en in de raarste bochtjes te zwemmen. De mensen vonden dat altijd leuk en ook mijn meisje kon daar uren naar kijken.


Doordat de bacterie ook een stukje van mijn hersenen had aangetast heb ik veel dingen opnieuw of anders moeten leren. Zwemmen bijvoorbeeld, maar ook voor het eten van mijn visjes had ik mijn eigen techniek. Ik deed veel dingen net iets anders dan de andere zeehondjes. Op mijn eigen manier of zoals mijn Meter het noemde: Ik deed alles op z’n Binkie’s!


Langzaamaan werd ook mijn tweede oog steeds beter al kwam helaas het zicht niet meer terug. En er werd voorzichtig gedacht over mijn vrijlating. Voor de zekerheid, om te kijken of er niet nog zo’n gemeen abces verstopt zat mocht ik eerst nog door de scan. Dit was een avontuur op zich omdat ze bij het zeehondenopvangcentrum natuurlijk geen scanapparaat hebben staan. Dus mocht ik een dagje uit. Tot mijn grote vreugde werd ik daarna goed gekeurd. En langzaam bleek ook een deel van mijn gehoor te herstellen dus ik kon straks misschien zelfs de golven weer horen …. Jippie!


Na vijf maanden in het opvangcentrum te zijn geweest mocht ik weer op reis. Het was een korte reis deze keer en ik eindigde in een kist op het strand. Daar stonden heel veel vrolijke mensen langs de kant. Mijn eigen lieve Meter opende mijn kist. Voorzichtig keek ik eens naar buiten en toen hobbelde ik het strand op. Wow. Dat was mooi! Het strand met iets verder de zee en zoveel mensen. En ook nog een paar andere zeehondjes, die leken een wedstrijdje te doen wie het eerst in het water was. Het zag er geweldig uit. Mijn Meter liep voor mij uit naar het water en de verzorgers duwden mij een beetje mee. Mocht ik echt dat grote bad in? Blijkbaar wel! Voorzichtig bobberde ik het water in. De eerste golf liet me wat schrikken, ik rolde zomaar onderste boven. Maar eigenlijk vond ik dat wel heel leuk want ik houd wel van ‘ondersteboven’. Dus draaide ik me weer om en liet ik me nog een keertje omver spoelen. Wat leuk was dat! Spelen met de golven! En zoveel blije mensen die me aanmoedigden! Geweldig vond ik dat. Na een poosje ging ik iets dieper. En omdat blijkbaar iedereen het goed vond ging ik nog een stukje verder. Spelend met de golven dreef ik zo langzaam steeds verder noordwaarts. Kijk mij nou, ik surf!!! Uren speelde ik met de golven en toen ineens was er geen mens meer te zien! Waar zijn mijn verzorgers nou? Mag ik echt hier blijven spelen?





Voor een paar weken genoot ik van de vrijheid en de ruimte. Hoewel visjes vangen toch wat moeilijker was dan ik gedacht had kon ik me best aardig redden. Maar na een poosje voelde ik met toch weer wat zwak. Toen er mensen in mijn buurt kwamen besloot ik bij hen te blijven. En inderdaad, na een tijdje kwam er iemand met een grote mand en mocht ik mee naar het opvangcentrum. Vol vertrouwen ging ik mee met de mens. Het bleek dat ik naar een ander opvangcentrum was gebracht dan waar ik eerst was geweest. Hier kende ik niemand en ook mijn meisje was er niet. Er waren wel andere zeehonden maar die had ik ook nog nooit gezien. De mensen van daar hebben een dagje voor me gezorgd maar ik herinner me niet meer precies wat er daar gebeurd is. De volgende avond hebben ze me naar een zandbank gebracht. Blijkbaar was het de bedoeling dat ik uit de mand ging dus ik bobberde het zand op. De mensen gingen weg met de boot waar ik net nog in gezeten had. En na een poosje kwam het hoge water over de zandbank en moest ik weer zwemmen om boven te blijven. Dit heb ik nog twee nachten volgehouden. Toen ben ik weer een strand opgekropen. Opnieuw kwam er een mens met een mand. Die bracht me weer naar het opvangcentrum waar ik net nog geweest was. Dus niet die van mijn geliefde verzorgers en niet die waar mijn meisje zou zijn maar het andere opvangcentrum. Ik werd weer onderzocht door de dierenarts. Zij gaf mij een een prikje ... 

En daarna werd alles een droom …...