Zeehondje Wammes

Een inzameling voor de zeehondenopvang

Zeehondje Sealenie BE493

zaterdag 9 december 2017 21:04

Mag ik me even voorstellen!

Ik ben Zeehondje Sealenie, een gewoon zeehondenvrouwtje. Ik ben alweer het achtste zeehondje dat Sanna heeft geadopteerd. Ik werd gevonden in De Panne op 6 september 2017 door het hoofd van de plaatselijke strandwacht en werd door Sanna geadopteerd op 10 september. Ik was toen ongeveer 8 weken oud, zeer verzwakt en mager. Ik woog slechts 12,5 kilogram waar 30 normaal zou moeten zijn. Mijn Meter heeft me naar Lenie ’t Hart vernoemd omdat ze zo fan van haar is.



Ik ben geboren op een zandstrand aan de Noordzee in het begin van de zomer van 2017.

Mijn moeder heeft goed haar best gedaan om voor mij te zorgen en we hebben de eerste weken geweldig veel beleeft met z’n tweeën. Al snel na mijn geboorte gingen we samen op weg in zee. Hoewel ik het nog nooit geoefend had bleek ik een goede zwemmer. Als mijn kleine vinnetjes moe werden van het zwemmen mocht ik bij mijn mama op haar rug een poosje rusten. Bij laag water rustte mijn moeder ook uit op een zandbank of aan een rustig strand waar ik dan de kans kreeg om bij haar melk te drinken. Dat was heel lekker en gezellig. Als ik mijn buikje vol had dan rustten wij samen zij aan zij in de zon of in het maanlicht.

Als we samen zwommen in de grote zee deed mama voor hoe ik visjes moest vangen. Maar ik vond het dan al moeilijk om haar bij te houden. Mama en de visjes waren zo snel! Ik dacht soms dat mij dat nooit ging lukken.

Toen ik zo’n zes weken oud was raakte ik mama kwijt. Ik weet niet meer of dat kwam omdat de vissen te snel waren of omdat de golven zo hoog waren in de harde wind maar ineens was mama nergens meer te vinden. En al snel bleek dat ik nog echt niet snel genoeg was om zelf visjes te vangen.

Hoe langer het duurde, hoe meer honger ik kreeg en hoe zwakker ik werd. Steeds vaker moest ik ook bij hoog water gaan rusten omdat ik het niet vol hield zo lang in het water te blijven. Hierdoor werd echter de kans om wel een visje te vangen alleen nog maar kleiner. En na een paar weekjes, toen ik weer eens uitgeput het strand was opgekropen, was ik zelfs te moe om te vluchten voor gevaar.

Er kwam een meneer naar mij toe die mij oppakte en meenam naar zijn huisje op het strand. Hier werd ik op de grond gelegd terwijl de meneer met één vinger op iets in zijn hand begon te tikken en er daarna tegen begon te praten. Heel raar vond ik dat maar ik was te bang om me daar druk over te maken. Later heb ik gehoord dat zo’n ding een telefoon heet en dat mensen elkaar daarmee over lange afstand kunnen horen.

Niet veel later kwam er een andere meneer met een grote mand. Hij nam me mee naar het zeehondenopvangcentrum van Sea Life Blankenberge. Hij gaf me een plaatsje in een quarantaine en vroeg de dierenarts mij te onderzoeken. Ik kreeg vispap en een warme lamp boven mijn zieke hongerige lijfje. Dit deed me wel goed.

Al snel kwamen er steeds mensen voor het raampje van mijn quarantaine kijken. Zij vonden mij allemaal zielig en velen zeiden dat ik maar snel beter moest worden. Na twee dagen verscheen er een meisje met een heel blij gezicht. Dit was op zich wel bijzonder omdat de meesten toch een beetje triestig kijken bij het zien van een zieke zeehond. Dit meisje leek echter juist heel gelukkig mij hier zo aan te treffen. Een beetje gek, maar de enorme liefde die ze uitstraalde voelde wel geweldig. Ze bleef heel lang naar mij staan kijken, wel tot alle lichten uitgingen en alle andere mensen ook vertrokken bleef zij bij mijn raampje staan. Later kwam ik er achter dat dit meisje mij die dag had mogen adopteren en dat ze daarom zo blij was geweest. Ik was haar nieuwe adoptiezeehondje en zij mijn adoptante. Dan was ik ook een bofkont met zo’n lieve adoptante!

Een paar dagen later was ze er weer. En deze keer had ze een verrassing voor me. Zij gaf mij die dag een mooie naam: Sealenie! Het zou een speciale naam zijn omdat ik hiermee vernoemd zou zijn naar een hele bijzondere dame die heel veel goeds doet voor de zeehondjes en andere dieren. Haar naam is Lenie en zij komt van het land maar omdat ik van de zee kom heet ik Sealenie.

De daarop volgende tijd kreeg ik dagelijks goede zorgen. Al snel kreeg ik door hoe ik in het water een visje moest pakken en dat zelf op kon eten. Dat was fijn want nu hoefde de mensen mij niet meer steeds te voeren. Het voelt niet echt fijn als ze de visjes bij je naar binnen duwen, maar die volle buik is wel heel prettig.

Het gekke was dat hier de visjes helemaal niet weg zwommen. Hierdoor was het veel makkelijker om ze te vangen. Hoewel dit wel erg fijn was miste ik toch de zee.

Vanuit mijn kleine quarantaine was ik verhuist naar een groter binnenbad waar er ook andere zeehondjes waren om mee te spelen. En toen ik helemaal niet ziek meer was mocht ik verhuizen naar een buitenbad. Hier kon ik de zee in elk geval weer horen en ruiken. Maar het was toch niet als thuis.

Op een dag werden al mijn vriendjes uit het buitenbad gehaald en bleef ik alleen achter. Ik was de kleinste en nog niet zwaar en sterk genoeg voor een nieuw avontuur. Gelukkig kreeg ik die middag wel gelijk weer gezelschap van een ander zeehondje dat ik binnen ook al had leren kennen en was ik niet echt alleen. Samen deden we leuke spelletjes in het grote bad terwijl er de volgende weken nog meer zeehondjes bij ons aansloten.

Toen wij allemaal groot en sterk waren mochten ook wij het grote bad verruilen voor de grote open zee. Met mooie houten kisten werden we naar het strand gebracht. Mij adoptante was de hele tijd dicht bij mijn kist en zei steeds lieve woordjes om mij gerust te stellen.

We werden met de kisten op het strand gezet, dicht bij de waterlijn. Na een luid aftellen deed mijn adoptante mijn kist open en kroop ik voorzichtig op het strand. Al heel snel wist ik waar ik heen moest. Lekker de zee in en zwemmen in het ruime sop! Wat heerlijk was het om de golven te voelen. Dat had ik zo gemist! Deinen op het water was opnieuw een avontuur en samen met de anderen zwom ik snel naar open zee.

Dat was echt heerlijk! Na een poosje besefte ik dat ik eigenlijk ook wel honger had. Maar er kwam geen verzorger of lief meisje langs om visjes te brengen. Uiteindelijk besloot ik dan maar om eens achter een langs zwemmende vis aan te gaan. En raad eens? Ik was snel genoeg!!