
Zeehondje Wammes
Een inzameling voor de zeehondenopvang

Zeehondje Oceana BE533
maandag 4 maart 2019 21:11
Mag ik me even voorstellen!
Ik ben Zeehondje Oceana. Ik ben een grijze vrouwtjeszeehond. Op 20 januari 2019 ben ik aangespoed op het strand van Oostende en op 4 maart 2020 ben ik vrijgelaten op het strand van Blankenberge.
In eerdere verhalen hebben jullie kunnen lezen dat gewone zeehondjes worden geboren op een zandbank en dat zij bij opkomend tij gelijk moeten meezwemmen met hun moeder. Gewone zeehondjes worden geboren aan het einde van de lente en het begin van de zomer. Dan is zwemmen ook best fijn. Grijze zeehondjes worden geboren in de winter wanneer het eigenlijk veel te koud is voor baby-zeehondjes om te zwemmen. Grijze zeehondjes worden daarom geboren op het land. De moeder zoekt een plekje op het strand boven de vloedlijn om haar baby ter wereld te brengen. Grijze baby-zeehondjes hebben dan een warme witte lanugo vacht die ze heel goed beschermd tegen de koude maar niet gemaakt is om mee te zwemmen. Het is dan de bedoeling dat de baby op het land blijft tot hij groot genoeg is om zichzelf te kunnen redden. Dan krijgt hij een nieuwe vacht die hem beschermd tegen het koude water. De mama gaat tussendoor het water in om visjes te vangen maar ze komt steeds bij haar baby terug om haar baby te zogen tot hij goed is gegroeid.
En zo ging het ook bij mij.
Niemand weet precies hoe ik op het strand van Oostende terecht ben gekomen maar mogelijk is het als volgt gegaan.
Mijn mama had een stil stukje strand gevonden, onderaan de duinen op een plek waar in de winter nauwelijks mensen kwamen. Hier kon ze me veilig achterlaten als zij zelf ging vissen in open zee. Een paar keer per dag kwam ze terug bij mij om mij te voeden en om uit te rusten. Ik mocht dan tegen haar grote warme lijf aan kruipen om zo lekker warm te kunnen slapen. Dat was altijd het mooiste stukje van de dag. Wind en regen deerde me niet als ik zo lekker tegen mama aan lag.
Tot op een dag het heel hard waaide en mijn mama weg was om te vissen. Ineens kwam het hoge water dichterbij dan ooit tevoren. Het stukje strand waarop ik droog kon liggen werd kleiner en kleiner totdat het helemaal onder water verdween. Ik probeerde nog wel om tegen het duin op te klimmen maar de rand was te stijl en te hoog. Steeds hoger kwam het water en na een poosje moest ik wel zwemmen om boven te blijven.
Gelukkig kon ik wel zwemmen, ik wist gelijk hoe dat moest, maar het was nat en koud en het water drong door mijn puppy-vacht heen tot op mijn huidje. Dat was helemaal niet fijn. Ik riep heel hard om mijn mama maar ze hoorde me niet. Het water nam me mee met de stroom en al gauw wist ik niet meer welke kant ik op moest zwemmen. Toen ik eindelijk weer strand had gevonden was het niet het strand waar ik geboren was. En mama was nergens te vinden.
Omdat ik nog te klein was om zelf te vissen kon ik maar weinig eten vinden. Hierdoor kreeg ik steeds meer honger. Gelukkig veranderde wel langzaam mijn vacht maar de honger bleef. En na een poosje was ik totaal uitgeput van de honger en te moe om nog te zwemmen.
Toen ik zo stil op het strand lag werd ik gevonden door mensen die de zeehondenopvang waarschuwden. De dierverzorgers kwamen mij ophalen en brachten mij naar Sea Life in Blankenberge. Daar kreeg ik gelijk wat pap om aan te sterken. De dierenarts kwam langs om me te onderzoeken en ik werd in een Quarantaine gelegd waar ik onder de warmtelamp kon uitrusten.
Elke dag voerden de dierverzorgers mij lekkere vis en al snel voelde ik me veel beter. Ik mocht af en toe zwemmen in het kleine bad bij de quarantaine en kon zo mijn zwemtechniek nog wat opbouwen. Ook gooiden de verzorgers visje in het water zodat ik kon oefenen met zelf visjes eten. Het duurde niet lang of ik had door hoe dat moest. Vanaf die dag hoefde ik niet meer met de hand gevoerd te worden maar werden al mijn visjes gewoon in het water gegooid.
Ondertussen ging ik ook op verkenning door de quarantaine. Deze ruimte vond ik eigenlijk veel te klein en daarom besloot ik net zo lang tegen het deurtje te duwen totdat ik hem open had. Zo kon ik ook de verzorgersruimte achter mijn quarantaine eens goed verkennen. Maar omdat ik uiteindelijk zwemmen toch leuker vond ben ik zelf maar weer terug naar mijn badje gegaan. Echter, niet voordat ik van alles overhoop had gegooid! Wat doen mensen toch rare dingen in een prullenbak, dat kan je niet eens eten!
Omdat het erg druk was en misschien ook wel omdat de verzorgers mijn avonturen niet zo op prijs stelden werd ik verplaatst naar een andere quarantaine waar nog een ander zeehondje zat. En waar er een extra sluiting op het deurtje was gemaakt zodat ik die niet kon openduwen.
Het andere zeehondje was Viva. Met haar kon ik leuk spelen maar we zaten elkaar soms ook goed in de weg. Gelukkig wist Viva wel dat ik de baas was.
Met grote regelmaat kwamen er mensen langs de raampjes van de Quarantaines en er was één meisje wat ik wel heel vaak voorbij heb zien komen. Zij kon soms wel uren langs de quarantaines lopen om naar alle zeehondjes te kijken. Nadat ik een poosje bij Viva in de quarantaine zat kwam dit meisje weer eens voorbij en ze vertelde me dat ze goed nieuws voor me had. Ze zei dat zij mij had geadopteerd en dat ik vanaf dat moment een naam had. Zij noemde mij Oceana. Zelf heet ze Sanna. In de dagen daarna kwam Sanna af en toe de dierverzorger helpen met het brengen van onze vis. Dat vond ik best gezellig omdat zij heel lief voor ons was.
Een kleine week later was Sanna er ineens al heel vroeg in de ochtend, zelfs voordat ik een dierverzorger had gezien, al volgden die wel snel. En hoewel ik de mensen niet kon verstaan voelde ik aan dat het en bijzondere dag was. Dit maakte mij zo vrolijk dat ik spontaan begon te zingen. Geloof je niet dat ik dat kan? Jullie noemen het vast ‘huilen’ omdat de mensen vinden dat het geluid van jonge zeehondjes op huilen lijkt maar ik was gewoon vrolijk aan het zingen. Viva deed met me mee, net als een paar zeehondjes in de andere quarantaines. En de aanwezige mensen vonden het heel mooi!
Nadat mijn quarantaine was gepoetst kwam ineens Sanna samen met de dierverzorgers de quarantaine in, zomaar door het deurtje. Ze hadden een grote kist mee en de dierverzorgers vingen mij en stopte mij in de kist. Dat was wel even schrikken want dat leek helemaal niet zo leuk. Met de kist werd ik naar buiten gedragen, eerst nog op de weegschaal en dan in een auto. Samen met twee dierverzorgers stapte Sanna bij mij in de auto en we gingen op weg. Ik had geen idee waar naartoe maar de mensen waren erg vrolijk. Toch wist ik niet goed wat ik daarvan moest denken. Totdat de auto stopte en de deur open ging. Terwijl mijn kist uit de auto getild werd hoorde en rook ik de zee.
De kist werd op het zand gezet en Sanna kwam er naast staan. Haar kleine zus klom op de kist en samen deden ze het luikje open. Ik mocht eruit!
Voorzichtig keek ik om me heen. Met zoveel mensen in de buurt was het toch wel heel spannend. Maar ik wilde heel graag naar de zee dus kroop ik langzaam uit de kist en ging richting het water. De mensen leken dit ook een goed idee te vinden en moedigden me aan nog sneller naar het water te gaan. Al snel voelde ik de golven over me heen spoelen. Wat een fijn gevoel was dat. Ik ging steeds een beetje dieper totdat ik echt kon zwemmen. Toen dook ik door de golven richting open zee!! Nu was ik groot genoeg, nu was ik sterk genoeg en ik was eindelijk weer thuis!