
Zeehondje Wammes
Een inzameling voor de zeehondenopvang

Zeehondje Gijsje BE532
dinsdag 9 april 2024 23:05
Mag ik me even voorstellen!
Ik ben zeehondje Gijsje. Ik ben het tiende adoptiezeehondje van Sanna. En ik ben de eerste grijze mannetjes zeehond die zij heeft geadopteerd. Ik ben aangespoeld op het strand van Westende op 17 januari 2019 en verblijf momenteel nog bij Sea Life.
Natuurlijk kan niemand precies zeggen wat er met mij gebeurd is voordat ik gevonden werd op het strand, maar er is wel een voorstelling van te maken.
Toen mijn moeder hoog zwanger was is ze op het strand een rustig plekje gaan zoeken om mij ter wereld te brengen. Mijn mama zoogde mij daar elke dag meerdere keren. Maar tussen de voedingen door ging ze zelf de zee op om haar eigen eten te zoeken en dan moest ik rustig op mijn plekje blijven om op haar te wachten.
Er waren meer zeehondenpupjes in de buurt die ook op hun mama wachten als die ging eten en dan babbelden we soms wat af. De mensen vinden ons gebabbel lijken op het geluid van een huilende mensenbaby en daarom noemen ze kleine zeehondenpupjes ook wel huilers.
Helaas hoorden de mensen ons soms babbelen en dan kwamen ze nieuwsgierig naar ons kijken. Sommigen kwamen heel dicht bij om een foto van ons te maken. Dat vond ik best eng.
Mijn mama was ook bang van de mensen. Als de mensen in de buurt waren dan wachtte ze op zee totdat de mensen weer weg waren voordat ze mij kwam eten geven. Als het te lang duurde dan had ik pech en ging ze eerst maar weer haar eigen eten zoeken. En op een dag waren er heel veel mensen die bij ons kwamen kijken en het duurde zo lang. Mijn mama kwam die dag niet meer terug bij mij. En de volgende dag ook niet, en daarna ook niet meer.
Na heel lang wachten, toen de honger echt te sterk was ben ik de zee in gegaan om haar te zoeken.
Nu moet je weten dat grijze zeehondenpupjes helemaal niet zo vroeg horen te zwemmen. We hebben, de eerste weken, een speciale vacht die ons lekker warm houd op het land maar die niet gemaakt is om mee te zwemmen. De dierverzorgers vertelden de mensen die langs kwamen dat dat voelt alsof je gaat zwemmen met je kleren aan. Nu weet ik natuurlijk niet hoe dat voelt maar zwemmen met je babyvacht is echt heel zwaar.
Heel lang heb ik naar mijn mama gezocht maar ik heb haar nergens meer gevonden. De honger maakt mij ziek en ik heb geprobeerd wat schelpen te eten omdat ik nog niet in staat was om visjes te vangen. Maar behalve pijn in mij mond had dat verder geen resultaat.
Uiteindelijk ben ik volledig uitgeput weer een strand opgekropen. Te moe om nog maar iets verder te gaan. Op dit strand waren ook mensen maar ik was te ziek en te moe om me daar druk over te maken. Ook toen er daarna ook nog een grote auto het strand op kwam bleef ik gewoon liggen.
Dierverzorger Bas heeft mij van het strand opgeraapt en in een mand meegenomen met zijn auto naar het opvangcentrum van Sea Life Blankenberge. En daar begint mijn avontuur bij de mensen.
Na mijn aankomst bij het opvangcentrum ben ik onderzocht door de dierenarts en daarna kreeg ik een plekje in de quarantaine. Hier lag ik fijn onder een warmtelamp en werd ik met regelmaat gevoerd door de verzorgers. Zo had ik mijn buikje vol en warmte om mij heen. Na mij koud en hongerig avontuur op zee voelde dit echt goed. Omdat bleek dat ik ook nog infecties had kreeg ik ook medicijnen om die infecties te bestrijden. Dit hielp mij goed. Ook kreeg ik een stoere naam van mijn meter die vaak bij mij langs kwam. Zij noemde me ‘Gijsje het Grijsje’. De dierverzorgers noemde me Gijsje.
Na enkele weken was ik goed opgeknapt en alweer behoorlijk aangesterkt. Alleen had ik nog steeds geen idee hoe ik zelf moest eten. Omdat grijze zeehondjes dit in de natuur ook zelf moeten leren besloten de verzorgers mij niet meer te voeren met forced feeding maar gewoon mijn visjes in het water te gooien zodat ik ze zelf zou kunnen eten. Maar verwend als ik was liet ik mij liever bedienen. Ik huilde en huilde net zo lang totdat ze me weer kwamen voeren. Echter toen ze dit spelletje voor de vierde keer met me wilde spelen gaf ik het op en ben ik zelf de visjes maar gaan eten. En eigenlijk was dit helemaal niet zo moeilijk als ik gedacht had.
En tussen deze spelletjes door speelde ik regelmatig kiekeboe met mijn meter. Zij vond het geweldig als ik steeds voor het raampje van de quarantaine opdook om haar gedag te zeggen.
Nu ik zelf visjes kon eten kreeg ik er nog veel meer dan eerst en groeide ik nog sneller. Na een paar dagen mocht ik verhuizen naar de puppypool waar ik leuke vriendjes en vriendinnetjes leerde kennen. En nog een paar weekjes later mocht ik terug naar zee.
Op 16 april mocht ik terug naar huis. Het was een heerlijke zonnige dag, echt een dag om uren in de golven te spelen, maar ineens lagen we op het droge. Ik werd gevangen in een houten kist en werd met een auto naar het strand gebracht. Eerst vond ik dit heel eng omdat ik niet wist wat er ging gebeuren. Maar mijn meter was juist heel vrolijk en zij vertelde mij dat ik naar de grote zee mocht. Omdat ik me niet veel herinnerde van voor de opvang dacht ik eerst dat zij een ander groter bad bedoelde. Maar ineens waren we op een echt strand. Ik voelde het zand tegen mijn flippers als ik ze door de kieren van de kist heen stak. Dat voelde veel fijner dan ik me herinnerde. En na een poosje ging de kist open en mocht ik er uit. Op mijn gemak bobberde ik naar de golven. Het koude water voelde heerlijk fris aan toen ik mijn snuit erin stak en de golf over mijn kop liet rollen. Snel ging ik verder in zee.
Op veilige afstand van de mensen op het strand wachtte ik op mijn maatje die er duidelijk langer over deed om bij de zee te komen. Ik zwom langzaam heen en weer langs de kust en zag dat mijn meter mijn beweging volgde. Dit was leuk om te zien. En toen mijn maatje eindelijk ook door de branding was zwom ik naar hem toe en nam ook hem mee de zee op. Kom maatje, we gaan naar huis, ik weet de weg!